De nieuwe opzet van de Europese elektriciteitsmarkt
Na de liberalisering van de energiemarkt heeft het systeem een aantal opmerkelijke veranderingen in de elektriciteitsproduktie ondergaan, waardoor concurrentie is ontstaan in de oorspronkelijk conservatieve bedrijfstak. Deze tendens heeft nieuwkomers met nieuwe initiatieven en innovaties in de sector toegelaten, waardoor concurrentie binnen de sector is ontstaan. De sector die voornamelijk van steenkool werd voorzien, begon geleidelijk over te schakelen op een gasgestookte elektriciteitscentrale.
Volgens een rapport van EnAppSys produceerde de gasgestookte centrale in 2019ongeveer 41% meer vermogen dan steenkool voor de Europese stroomvoorziening, terwijl steenkool in 2018 en 2017 aanvankelijk respectievelijk 31% en 37% meer produceerde dan de gasgestookte centrale. De reden voor deze snelle en massale verschuiving kan niet te ver af liggen van de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, aangezien de gasgestookte centrale minder koolstofdioxide produceert dan steenkool.
De gasgestookte centrale produceert echter nog steeds meer methaan, dat ook een broeikasgas is. Daarom moest het beleid uiteindelijk verder verschuiven in de richting van hernieuwbare en milieuvriendelijke energie.
In de energieproductie blijven verschillende innovaties gaan om de industrie van fossiele brandstoffen naar schonere energie te brengen, de opwarming van de aarde aan te pakken en een essentiële bijdrage te leveren tot de langetermijnstrategie van de EU om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken. Deze innovaties vormen uiteindelijk een stimulans voor de nieuwe opzet van de elektriciteitsmarkt in Europa.
Details van Het nieuwe Europese energiebeleid
"De goedkeuring vandaag van de nieuwe opzet van de elektriciteitsmarkt zal de energiemarkten flexibeler maken en de integratie van een groter aandeel van hernieuwbare energie vergemakkelijken", zo beloofde de commissaris voor Klimaatactie en Energie, Miguel Arias Cañete. Voorts verzekerde hij een kosteneffectieve energievoorziening: "Een geïntegreerde EU-energiemarkt is de meest kosteneffectieve manier om een continue en betaalbare energievoorziening voor alle EU-burgers te waarborgen.
Hij heeft natuurlijk gelijk, aangezien dit nieuwe beleid veel beloften inhoudt om het aandeel van hernieuwbare energie in de energiemix van de EU tegen 2030 op te trekken tot ongeveer 32%. Het beleid is erop gericht de prestaties van gebouwen te verbeteren - die, zoals bekend, ongeveer 40% van de totale energievoorziening in Europa verbruiken en daarmee de grootste verbruiker zijn - en de energie-efficiëntie te verbeteren tot ten minste 32,5% in 2030.
Zelfs de regering bleef niet buiten schot, aangezien elke lidstaat een geïntegreerd nationaal energie- en klimaatplan, bekend als NECP, voor 2021 tot 2030 moest opstellen, waarbij elk ontwerp moet worden geanalyseerd en de nodige aanbevelingen moeten worden gedaan om hen te helpen het doel tegen 2030 te bereiken. Deze uitgebreide actualisering van het energiebeleidskader zal de overgang van fossiele brandstoffen naar schonere energie en de vermindering van broeikasgasemissies vergemakkelijken.
De elementen van het ontwerp van de elektriciteitsmarkt bestaan uit vier dossiers
- een nieuwe elektriciteitsverordening,
- wijziging van de elektriciteitsrichtlijn,
- risicobereidheid en
- een verordening met een sterkere rol voor het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER).
Met de goedkeuring van de Raad van Ministers van de EU wordt het in wetgeving omgezet en wordt het gehandhaafd.
Een belangrijk vermeldenswaardig en prijzenswaardig punt is de mate van consistentie die de EU heeft betracht. De verschillende prognoses die zij heeft gemaakt en de manier waarop zij zich daaraan heeft gehouden, zijn prijzenswaardig, ongeacht de gebreken die er nog in dit proces kunnen zijn. Het zal ook niet als een verrassing komen als meer spelers dit initiatief binnenkort steunen.
Wat zijn de economische gevolgen?
De richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (REPG) schetst specifieke maatregelen voor de bouwsector om het grote energieverbruik aan te pakken, veel bepalingen van de REPG van 2010 te actualiseren en te wijzigen, met als uiteindelijk doel het energieverbruik in gebouwen tot minimaal 32,5% te beperken. De veranderingen zullen aanzienlijke voordelen opleveren vanuit het oogpunt van de consument, aangezien dit extra geld kan worden gebruikt om andere financiële behoeften aan te pakken en uiteindelijk hun financiële draagkracht te vergroten.
Ook vanuit het oogpunt van de overheid zal hierdoor meer energie kunnen worden gedistribueerd naar de plaatsen waar de vraag het grootst is. Deze nieuwe markt zal ook meer investeerders aantrekken en zal leiden tot het scheppen van banen en meer groei in de economie.
Milieueffecten van de nieuwe opzet van de elektriciteitsmarkt
Deze nieuwe elektriciteitsmarkt verhoogt de aanwezigheid van hernieuwbare energie tot ten minste 32% in de energiemix van de EU en dit zal omgekeerd het percentage fossiele brandstoffen en de uitstoot van broeikasgassen, waaronder methaan en CO2, verminderen. Ook werd opgemerkt dat gebouwen verantwoordelijk zijn voor ongeveer 36% van de CO2-uitstoot in de atmosfeer.
Een vermindering van het verbruik zal dus ook de CO2-uitstoot verminderen. Het belangrijkste is dat dit uiteindelijk zal bijdragen tot de langetermijnstrategie van de EU om tegen 2050 koolstofneutraliteit te bereiken. Landen die afhankelijk zijn van de uitvoer van fossiele brandstoffen zullen het zwaarst worden getroffen.
Een ander voordeel van deze nieuwe markt is de grotere beschikbaarheid en toereikendheid van energie, en wel omdat het systeem energieverspilling tegengaat en de energie-efficiëntie verhoogt. Het beleid zal er ook voor zorgen dat de beschikbare energie alleen wordt gebruikt wanneer dat nodig is, en op een manier die de interne elektriciteitsmarkt niet verstoort.
Deze nieuwe markt heeft de Europese Unie een leidende en initiërende rol gegeven in de strijd voor een groen milieu en bij de overgang naar hernieuwbare energie. Gezien de verschillende data die de Europese Unie en de lidstaten hebben vastgesteld voor de stapsgewijze acties om de koolstofuitstoot volledig uit te roeien en volledig over te schakelen op schone energie, zal men het erover eens zijn dat zij de koe bij de horens hebben gevat en er zeker van zijn dat zij dit gestelde doel zullen bereiken.
Conclusies
Misschien is dit nog aangewakkerd door het feit dat de EU de grootste importeur van fossiele brandstoffen is en alles te winnen en heel weinig te verliezen heeft bij de overgang naar hernieuwbare energie. Hoe het ook zij, de opwarming van de aarde heeft onze planeet opgegeten en is de grootste bedreiging voor onze dierbare aarde geworden.
Het effect van de opwarming van de aarde is niet beperkt tot Europa alleen, want deze oorlog wordt verklaard op elke centimeter en in elke bocht van moeder aarde. Het is dan ook niet meer dan rationeel dat ieder individu, iedere organisatie en iedere natie zich in deze oorlog mengt en de strijd aanbindt voordat hij aan onze deur komt aankloppen.
Opmerkingen